Wie was Patanjali?
Maharishi Patanjali was een verlichte yogi, wetenschapper, dokter, psycholoog en astronaut. Yoga bestond al lang voor hij geboren werd. Toch staat hij met zijn Yoga Sutra’s, ook bekend als “Yoga Darshan”, bekent als “de Vader van de moderne yoga”. In het nederlands betekent zien, wat door de ogen waargenomen kan worden. In het Sanskriet bestaat er een woord voor “het zien van het Goddelijke”, Darshan. Wanneer men in India naar de Tempel gaat zegt men “ik ga een Darshan nemen”.
Darshan betekent voorbij het zicht. Patanjali Yoga Darshan geeft geen gewone kijk op yoga maar een Goddelijke. Deze tekst is een van de meest geweldige systematische en wetenschappelijke bijdrage van Yoga aan de mensheid.
Soetra of sutra betekent draad, maar in de diepere betekenis kunnen we zeggen dat men het niet zichtbare gedeelte van van een halsketting bedoeld die 108 kralen verbindt en samenhoud. Soetra is een draad die een geheime code bevat die onzichtbaar maar erg krachtig is. Deze soetra’s zijn zo accuraat als een mathematische formule. Ze hebben de kracht om iemands leven te transformeren. Elke Yogastudent krijgt het advies van deze Soetra’s te bestuderen op zijn/haar weg naar totale ontwaking, verlichting en eenheid.
Maharishi is een Sanskriet woord dat uit twee samen voegsels bestaat. Maha betekent groot(s) en Rishi betekent letterlijk ziener. In diepere zin betekent het een persoon die de waarheid in zichzelf realiseerde en daardoor helder zicht verworven heeft. Het woord Patanjali werd gezien als de incarnatie van ‘Shechnag’. Sheshnag is de slang waarop Vishnu (het bewustzijn) ontspannen ligt. Over zijn geboortedatum is nog steeds speculatie, maar sommige onderzoekers denken dat hij zich voor de Boeddha situeerd ongeveer rond 300 VC. Patanjali was ook gekend als een autoriteit van het Sanskriet. Hij schreef ‘Mahabhyasa’ (de grote commentaar), een geavanceerd werk over Sanskriet grammatica.
Darshan betekent voorbij het zicht. Patanjali Yoga Darshan geeft geen gewone kijk op yoga maar een Goddelijke. Deze tekst is een van de meest geweldige systematische en wetenschappelijke bijdrage van Yoga aan de mensheid.
Soetra of sutra betekent draad, maar in de diepere betekenis kunnen we zeggen dat men het niet zichtbare gedeelte van van een halsketting bedoeld die 108 kralen verbindt en samenhoud. Soetra is een draad die een geheime code bevat die onzichtbaar maar erg krachtig is. Deze soetra’s zijn zo accuraat als een mathematische formule. Ze hebben de kracht om iemands leven te transformeren. Elke Yogastudent krijgt het advies van deze Soetra’s te bestuderen op zijn/haar weg naar totale ontwaking, verlichting en eenheid.
Maharishi is een Sanskriet woord dat uit twee samen voegsels bestaat. Maha betekent groot(s) en Rishi betekent letterlijk ziener. In diepere zin betekent het een persoon die de waarheid in zichzelf realiseerde en daardoor helder zicht verworven heeft. Het woord Patanjali werd gezien als de incarnatie van ‘Shechnag’. Sheshnag is de slang waarop Vishnu (het bewustzijn) ontspannen ligt. Over zijn geboortedatum is nog steeds speculatie, maar sommige onderzoekers denken dat hij zich voor de Boeddha situeerd ongeveer rond 300 VC. Patanjali was ook gekend als een autoriteit van het Sanskriet. Hij schreef ‘Mahabhyasa’ (de grote commentaar), een geavanceerd werk over Sanskriet grammatica.
De Yoga Sutras
Met zijn Yoga Sutra’s geeft Patanjali ons 196 verzen, gecategoriseerd in 4 hoofdstukken met verschillende richtlijnen over yoga. Deze Sutra’s leggen je de wetenschap van yoga uit met als doel de totale eenheid of Zelfrealisatie te bereiken. Op onderzoekende en analytische wijze onderga je de weg die men moet afleggen om lichaam en geest volledig te overstijgen.
|
Wanneer het doornemen van de Sutra’s op zich al verbazingwekkend is kan men zich gemakkelijk voorstellen wat de toepassing en integratie ervan moet zijn. Elke Soetra op zich is als een transformatie. Patanjali heeft de volledige essentie van yoga op een systematische wetenschappelijke manier voor ons in 196 Soetra’s samengevat. Hij maakt hierbij duidelijk onderscheid tussen Bahirang Yog en Antarang Yog. Bahirang betekend dat het bewustzijn extern gekleurd wordt en ervaren wordt door de zintuigen. Yoga activiteit die zichtbaar is en ervaren wordt door de zintuigen wordt Bahirang Yog genoemd. Alle andere onzichtbare praktijken worden Antarang Yog genoemd. De Yoga Soetra’s tonen ons hoe we de geest moeten onderzoeken, bewegen en observeren om tot de ultieme Yoga te komen.
Andere namen voor de Yoga Sutra’s zijn Raja Yoga, Asthanga Yoga of zelfs Kriya Yoga.
Samadhi Pada: Geestesvoering
Deel betreffende samadhi, de essentiële Yoga-techniek ter ontwikkeling
van het bovenbewustzijn: komen tot realisatie van het boven bewustzijn.
Vers 2: Yogas citta – vrtti – nirodah.
Yoga is het stilzetten van de wijzigingen, modificaties van het denken
Yoga is het stilzetten van de wijzigingen, modificaties van het denken
Vers 3: Tada drashtuh svarupe ‘vasthanam.
Dan is de ziener gevestigd in zijn “eigen vorm” of essentiële en fundamentele aard.
Dit is wanneer alle modificaties van het denken op alle niveau’s zijn stopgezet, anders vindt er assimilatie plaats (zie vers 4).
Dan is de ziener gevestigd in zijn “eigen vorm” of essentiële en fundamentele aard.
Dit is wanneer alle modificaties van het denken op alle niveau’s zijn stopgezet, anders vindt er assimilatie plaats (zie vers 4).
Vers 5: Vrttayah pancatayyah klishtaklishtah.
Er zijn een vijftal modificaties van het denken en deze zijn pijnlijk of niet-pijnlijk.
Er zijn een vijftal modificaties van het denken en deze zijn pijnlijk of niet-pijnlijk.
De vrttis worden geclassificeerd op twee manieren:
|
De reden waarom zowel prettige als onprettige ervaringen als pijnlijk worden begrepen wordt uitgelegd in sutra 15 van hoofdstuk 2 over de theorie van de klesha's, waarop de yoga theorie gebaseerd is. |
Sadhana Pada: Oefening
Hoofdstuk 2 vers 15
Parinama tapa samskara duhkha guna vrtti virodhac ca duhkham eva sarvam vivekinah.
Voor de mensen die onderscheidingsvermogen hebben ontwikkeld is alles ellende wegens de pijnen (smart) als gevolg van verandering, bezorgdheid en tendensen en ook wegens de conflicten tussen de gunas en de vrttis. M.a.w. Als onze innerlijke ogen geopend waren, zouden we die “potentiële pijn” die in de geneugten verborgen zit, zien en niet pas wanneer de pijn aanwezig is in “actieve” vorm.
Parinama tapa samskara duhkha guna vrtti virodhac ca duhkham eva sarvam vivekinah.
Voor de mensen die onderscheidingsvermogen hebben ontwikkeld is alles ellende wegens de pijnen (smart) als gevolg van verandering, bezorgdheid en tendensen en ook wegens de conflicten tussen de gunas en de vrttis. M.a.w. Als onze innerlijke ogen geopend waren, zouden we die “potentiële pijn” die in de geneugten verborgen zit, zien en niet pas wanneer de pijn aanwezig is in “actieve” vorm.
Raga = vreugde ; dvesha = smart
Deze sutra betekent in het algemeen, dat voor een wijze mens, wiens geestelijk waarnemingsvermogen ontwikkelt is, alle ervaringen, hetzij actief, hetzij potentieel geladen zijn met ellende. Dit is zo omdat bepaalde situaties zoals verandering, bezorgdheid, gewoonten en de conflicten tussen het functioneren van de gunas en de vrttis inherent zijn aan het leven. Laat ons elk van deze situaties eens bekijken en zien wat ze betekenen.
Parinama_ Het moet toch wel iedereen duidelijk zijn dat het leven zoals we het kennen, bestuurd wordt door een meedogenloze reeks van verandering, die overal doorwerkt en te allen tijde voor alle dingen geldt. Niets in het leven is blijvend, van een zonnestelsel tot een stofdeeltje, en alle dingen bevinden zich in een toestand van beweging, hoewel de verandering heel langzaam kan zijn, zo langzaam dat we er ons niet eens van bewust zijn. Eén van de uitwerkingen van maya is, dat ze maakt dat we ons niet bewust zijn van de voortdurende veranderingen in ons en buiten ons.
Als het besef van dit onafgebroken, meedogenloze veranderen, dat niets onberoerd laat in het leven, voor iemand begint te dagen gaat hij inzien wat begoocheling betekent. Dit besef is een zeer besliste ervaring en is één aspect van Viveka, het onderscheidingsvermogen. De gewone mens gaat zo op in en identificeert zich zo volkomen met het leven, waarin hij verwikkeld is, dat hij zich mentaal niet kan vrijmaken van die snel voortbewegende stroom. Theoretisch erkent hij misschien de wet van verandering, maar hij realiseert het zich niet. Het eerste resultaat van deze realisatie, als Viveka begint te dagen, is angst. We schijnen geen vaste voet meer onder ons te hebben, niets waaraan we ons kunnen vastklampen in deze snelle stroom van de tijd en van materiële veranderingen. We lijken ons in een leegte te bevinden en een afschuwelijke onuitsprekelijke eenzaamheid komt over ons. Als we niet proberen dit afgrijselijke visioen te onderdrukken maar vierkant onder ogen gaan zien, en ons tot zelfdiscipline zetten, zoals yoga die voorschrijft, dan beginnen we vroeger of later onder deze snel vlietende stroom van fenomenen eerst een gevoel te krijgen van iets blijvends, dat we daarna gaan waarnemen,iets dat alle verandering te boven gaat en ons een eeuwig houvast geeft. We beginnen ons te realiseren dat de fenomenen wel veranderen, maar Dat waarin de fenomenen plaats vinden, niet verandert. Eerst heel vaag, maar later in al zijn volheid groeit en ontwikkelt in ons deze realisatie van het Eeuwige. We moeten echter eerst door het dal van de doodsangst gaan, voordat deze realisatie komt. We moeten de hele massale wereld van mensen en dingen eerst zie ineenstorten en verdwijnen in een stroom van verschijningsvormen, voordat we het Werkelijke onder het onwerkelijke verscholen zien. Pas als we door dit soort ervaringen zijn heengegaan, zien we vol droefheid de begoochelingen en het aandoenlijke in het leven van de wereld, in het najagen van pretjes en eerzuchtig streven, in de kortstondige liefde en het geluk, waar de mensen zich wanhopig aan vastklampen, in de kortdurende glorie van de mens die aan de macht is, in de inspanning om taai vast te houden aan de dingen die toch vroeger of later opgegeven dienen te worden.
Voor de mens, in wie Viveka tot ontwikkeling is gebracht, staat het aandoenlijk najagen van pretjes, van ambities enz., zo in hetzelfde licht. In zekere zin zijn wij allen ten dood veroordeeld; we zijn ons echter van dit feit niet bewust en we weten ook niet wanneer het vonnis voltrokken zal worden. Als we het wisten zouden al onze zogenaamde vreugden ophouden vreugden te zijn.
Als het besef van dit onafgebroken, meedogenloze veranderen, dat niets onberoerd laat in het leven, voor iemand begint te dagen gaat hij inzien wat begoocheling betekent. Dit besef is een zeer besliste ervaring en is één aspect van Viveka, het onderscheidingsvermogen. De gewone mens gaat zo op in en identificeert zich zo volkomen met het leven, waarin hij verwikkeld is, dat hij zich mentaal niet kan vrijmaken van die snel voortbewegende stroom. Theoretisch erkent hij misschien de wet van verandering, maar hij realiseert het zich niet. Het eerste resultaat van deze realisatie, als Viveka begint te dagen, is angst. We schijnen geen vaste voet meer onder ons te hebben, niets waaraan we ons kunnen vastklampen in deze snelle stroom van de tijd en van materiële veranderingen. We lijken ons in een leegte te bevinden en een afschuwelijke onuitsprekelijke eenzaamheid komt over ons. Als we niet proberen dit afgrijselijke visioen te onderdrukken maar vierkant onder ogen gaan zien, en ons tot zelfdiscipline zetten, zoals yoga die voorschrijft, dan beginnen we vroeger of later onder deze snel vlietende stroom van fenomenen eerst een gevoel te krijgen van iets blijvends, dat we daarna gaan waarnemen,iets dat alle verandering te boven gaat en ons een eeuwig houvast geeft. We beginnen ons te realiseren dat de fenomenen wel veranderen, maar Dat waarin de fenomenen plaats vinden, niet verandert. Eerst heel vaag, maar later in al zijn volheid groeit en ontwikkelt in ons deze realisatie van het Eeuwige. We moeten echter eerst door het dal van de doodsangst gaan, voordat deze realisatie komt. We moeten de hele massale wereld van mensen en dingen eerst zie ineenstorten en verdwijnen in een stroom van verschijningsvormen, voordat we het Werkelijke onder het onwerkelijke verscholen zien. Pas als we door dit soort ervaringen zijn heengegaan, zien we vol droefheid de begoochelingen en het aandoenlijke in het leven van de wereld, in het najagen van pretjes en eerzuchtig streven, in de kortstondige liefde en het geluk, waar de mensen zich wanhopig aan vastklampen, in de kortdurende glorie van de mens die aan de macht is, in de inspanning om taai vast te houden aan de dingen die toch vroeger of later opgegeven dienen te worden.
Voor de mens, in wie Viveka tot ontwikkeling is gebracht, staat het aandoenlijk najagen van pretjes, van ambities enz., zo in hetzelfde licht. In zekere zin zijn wij allen ten dood veroordeeld; we zijn ons echter van dit feit niet bewust en we weten ook niet wanneer het vonnis voltrokken zal worden. Als we het wisten zouden al onze zogenaamde vreugden ophouden vreugden te zijn.
Tapa_ de tweede bezoeking (klesha), die aan het menselijke leven inherent is, ongerustheid of angst. Alle genoegens, genietingen waaraan we ons overgeven, en het zogenaamde geluk, associëren we bewust of onbewust met angst, zorg. Want toegeven aan genietingen, of voor ons gevoel van geluk afhankelijk te zijn van onzekere of voorbijgaande dingen in de wereld daarbuiten, doordat we eraan gehecht zijn, betekent angst om die dingen kwijt te geraken, die ons genoegen of geluk geven. Als we geld hebben is er steeds de angst het te verliezen en onze veiligheid bedreigd te zien. Als wij houden van mensen, is er angst, dat die mensen zullen sterven en van ons weggenomen worden. De meesten onder ons hebben van die angsten die voortdurend aan ons knagen, hoewel we dit feit misschien niet toegeven, of er ons zelfs niet van bewust zijn.
Pas wanneer er een crisis in ons leven komt, komen deze angsten omhoog in ons bewustzijn, maar in ons onderbewuste zijn ze steeds aanwezig en in het verborgene vergiftigen ze ons leven. Misschien zijn we te suf om deze angsten op te merken, of mentaal “te sterk” om toe te laten dat ze ons merkbaar verontrusten, maar er is haast niemand die het pad van yoga niet volgt, en er bovenuit is.
Pas wanneer er een crisis in ons leven komt, komen deze angsten omhoog in ons bewustzijn, maar in ons onderbewuste zijn ze steeds aanwezig en in het verborgene vergiftigen ze ons leven. Misschien zijn we te suf om deze angsten op te merken, of mentaal “te sterk” om toe te laten dat ze ons merkbaar verontrusten, maar er is haast niemand die het pad van yoga niet volgt, en er bovenuit is.
Samskara_ Dit woord betekend indruk maar in onze context kan men het het best vertalen als “gewenning”, zoals we straks zullen zien. Er is een natuurwet volgens welke elke ervaring, die we doormaken, een impressie te weeg brengt op al onze voertuigen. De aldus teweeggebrachte indruk maakt een kanaal waarlangs een corresponderende kracht kan stromen en zo wordt het kanaal steeds dieper, naarmate de ervaring zich vaker herhaalt (te vgl. met een streep in het zand of op een rotswand). Dat heeft tot gevolg dat we allerlei gewoonten verkrijgen en gewend geraken aan speciale soorten van omgeving, wijzen van leven en genoegens. Maar tegelijkertijd werkt, zoals gezegd de wet van verandering, die voortdurend ons uiterlijk milieu wijzigt en ons in een nieuwe omgeving, in nieuwe omstandigheden en te midden van andere mensen plaatst. Het resultaat van deze gelijktijdige werking van twee natuurkrachten is, dat we voortdurend nieuwe gewoonten aannemen, gewend geraken aan nieuwe omstandigheden en er ook weer uit verdreven worden. Zodra we ons een nieuwe gewoonte hebben eigen gemaakt of ons in een nieuw milieu hebben gevestigd, worden we er weer uitgedrongen, soms zonder moeilijkheden en geleidelijk aan, dan weer ruwweg zonder voorafgaande waarschuwing. Deze voortdurende noodzaak om ons in ons leven aan te passen is een bron van onafgebroken ongemak en pijn voor ieder mens. De natuur schenkt ons ternauwernood een adempauze en drijft ons aldoor naar nieuwe ervaringen, hoe graag we ons ook zouden nestelen in onze sleurgewoontes en het comfort van die posities, die we verkregen hebben.
Het spreekt vanzelf dat de intelligente mens deze noodzaak om zich aan te passen accepteerd en dat hij doet wat hij kan om er zich mee te verzoenen, maar het blijft een feit dat dit een zware bezoeking des levens is, waarvan iedereen graag bevrijd zou zijn.
Het spreekt vanzelf dat de intelligente mens deze noodzaak om zich aan te passen accepteerd en dat hij doet wat hij kan om er zich mee te verzoenen, maar het blijft een feit dat dit een zware bezoeking des levens is, waarvan iedereen graag bevrijd zou zijn.
Guna-Vrtti-Virodha_Het woord vrrti wordt soms opgevat als te slaan op de Gunas en de wijzigingen of functie der Gunas te betekenen. Volgens deze interpretatie zou Guna-Vrtti-Virodha het tegenovergestelde zijn van of het conflict tussen het functioneren van de drie Gunas onderling. Aangezien dit niet veel zin heeft, is het veel beter vrtti te interpreteren als slaande op de toestanden van het denkvermogen. Dan zou Guna-Vrtti-Virodha het conflict betekenen tussen de natuurlijke tendensen veroorzaakt door het overwicht van één der Gunas èn de toestanden van het denken, die steeds aan verandering onderhevig zijn. Een dergelijk conflict komt veel voor in het leven van de doorsnee mens en is de oorzaak van veel onvoldaanheid.
Een illustratie van dit conflict in het volgende voorbeeld:
Iemand is lui omdat Tamas overheerst in zijn karakter. Hij heeft een hekel aan steeds bezig zijn, maar bevind zich in omstandigheden waarin hij gedwongen is zich voor zijn levensonderhoud uit te sloven. Hij verlangt dus aldoor naar een vredig leven van niets doen en het resultaat van dit krachtige verlangen is dat in zijn volgend leven zijn begeerte vrucht draagt in een omgeving waarin het gedwongen is helemaal inactief te zijn (misschien wordt hij wel geboren als eskimo of krijgt hij een vuurtoren te beheren. Maar in dit leven kan Rajas overheersen in zijn aard en daarom wil hij werkzaamheid in een omgeving, waar niet veel activiteit mogelijk is. Daarom kniest hij en is hij even ontevreden over zijn lot als tevoren. Soms is het conflict tussen de op dat moment overheersende Guna en de toestand van het denkvermogen of de begeerte van tijdelijke aard, maar het heeft steeds dezelfde uitwerking dat het voor zolang het duurt ontevredenheid teweegbrengt.
En op deze wijze brengt de natuur door de natuurlijke werking van haar wetten deze tegenstellingen teweeg tussen onze tendensen en de toestand van ons denkvermogen, en daarom zien we overal een algemene ontevredenheid. Niemand schijnt tevreden te zijn met zijn lot en levensomstandigheden. Iedereen verlangt naar wat hij niet heeft, daarom is Guna-Vrtti-Virodha een van de oorzaken van de algemene menselijke ellende. De wijze mens ziet het onvermijdelijke van dit alles in en geeft daarom alle verlangen geheel en al op en accepteert wat er in het leven tot hem komt zonder uitbundigheid en wrevel. Wat wij in dit verband moeten bedenken is dat ieder geheel van omstandigheden waarin we ons begeven, het resultaat is van onze eigen verlangens, hoewel een speciaal verlangen, tegen de tijd dat het tot rijping is gekomen, misschien alweer plaats heeft moeten maken voor een ander verlangen van tegenovergestelde aard. Uiteraard kunnen onze verlangens niet ogenblikkelijk bevredigt worden en er moet een bepaalde tussentijd zijn voor hun vervulling. In deze tussentijd kunnen onze aard, ons temperament en onze verlangens een aanmerkelijke verandering ondergaan zodat het kan zijn dat we ternauwernood geloven dat wijzelf ooit hebben verlangd hebben wat nu tot ons is gekomen.
Het bestaan van de vier bovengenoemde bezoekingen, die aan het menselijke leven inherent zijn, brengt dusdanige toestanden teweeg, dat niemand die Viveka, geestelijk onderscheidingsvermogen, heeft ontwikkeld, het zogenaamde geluk van het gewone leven als werkelijk geluk kan beschouwen. Het is wel zo dat het leven een wereldse mens die geheel en al opgaat in het najagen van illusionaire genoegens of macht, enz., een mengeling van genoegen en pijn, vreugde en smart kan toeschijnen; maar een wijs mens wiens geestelijke vermogens ontwaakt zijn, moet alle leven vol ellende lijken en het begoochelde geluk alleen maar een versuikerde pil zijn, die niets dan pijn en lijden bevat.
Dit gezegde kan een verwrongen beeld van het leven geven, maar laat de leerling eens diep over deze feiten nadenken – deze harde feiten van het leven – en dan zal hij waarschijnlijk ook tot dezelfde conclusie komen.
Een illustratie van dit conflict in het volgende voorbeeld:
Iemand is lui omdat Tamas overheerst in zijn karakter. Hij heeft een hekel aan steeds bezig zijn, maar bevind zich in omstandigheden waarin hij gedwongen is zich voor zijn levensonderhoud uit te sloven. Hij verlangt dus aldoor naar een vredig leven van niets doen en het resultaat van dit krachtige verlangen is dat in zijn volgend leven zijn begeerte vrucht draagt in een omgeving waarin het gedwongen is helemaal inactief te zijn (misschien wordt hij wel geboren als eskimo of krijgt hij een vuurtoren te beheren. Maar in dit leven kan Rajas overheersen in zijn aard en daarom wil hij werkzaamheid in een omgeving, waar niet veel activiteit mogelijk is. Daarom kniest hij en is hij even ontevreden over zijn lot als tevoren. Soms is het conflict tussen de op dat moment overheersende Guna en de toestand van het denkvermogen of de begeerte van tijdelijke aard, maar het heeft steeds dezelfde uitwerking dat het voor zolang het duurt ontevredenheid teweegbrengt.
En op deze wijze brengt de natuur door de natuurlijke werking van haar wetten deze tegenstellingen teweeg tussen onze tendensen en de toestand van ons denkvermogen, en daarom zien we overal een algemene ontevredenheid. Niemand schijnt tevreden te zijn met zijn lot en levensomstandigheden. Iedereen verlangt naar wat hij niet heeft, daarom is Guna-Vrtti-Virodha een van de oorzaken van de algemene menselijke ellende. De wijze mens ziet het onvermijdelijke van dit alles in en geeft daarom alle verlangen geheel en al op en accepteert wat er in het leven tot hem komt zonder uitbundigheid en wrevel. Wat wij in dit verband moeten bedenken is dat ieder geheel van omstandigheden waarin we ons begeven, het resultaat is van onze eigen verlangens, hoewel een speciaal verlangen, tegen de tijd dat het tot rijping is gekomen, misschien alweer plaats heeft moeten maken voor een ander verlangen van tegenovergestelde aard. Uiteraard kunnen onze verlangens niet ogenblikkelijk bevredigt worden en er moet een bepaalde tussentijd zijn voor hun vervulling. In deze tussentijd kunnen onze aard, ons temperament en onze verlangens een aanmerkelijke verandering ondergaan zodat het kan zijn dat we ternauwernood geloven dat wijzelf ooit hebben verlangd hebben wat nu tot ons is gekomen.
Het bestaan van de vier bovengenoemde bezoekingen, die aan het menselijke leven inherent zijn, brengt dusdanige toestanden teweeg, dat niemand die Viveka, geestelijk onderscheidingsvermogen, heeft ontwikkeld, het zogenaamde geluk van het gewone leven als werkelijk geluk kan beschouwen. Het is wel zo dat het leven een wereldse mens die geheel en al opgaat in het najagen van illusionaire genoegens of macht, enz., een mengeling van genoegen en pijn, vreugde en smart kan toeschijnen; maar een wijs mens wiens geestelijke vermogens ontwaakt zijn, moet alle leven vol ellende lijken en het begoochelde geluk alleen maar een versuikerde pil zijn, die niets dan pijn en lijden bevat.
Dit gezegde kan een verwrongen beeld van het leven geven, maar laat de leerling eens diep over deze feiten nadenken – deze harde feiten van het leven – en dan zal hij waarschijnlijk ook tot dezelfde conclusie komen.
Filosofie van de Klesha
De werking van het aardse bestaan vatte Patanjali samen in zijn theorie van de klesha, het fundament en grondslag van elke aardse creatie. Letterlijk betekent klesha gif maar het wordt hier ook bezoeking des levens genoemd. Alle bezoekingen des levens die tot uiting komen zal men moeten ondergaan. Klesha zijn jouw wervelingen in het leven. Je vritti’s of de wervelingen van jou geest, trekken gelijkwaardige vritti’s uit de omgeving naar zich toe. Die noemen we Klesha's of bezoekingen des levens. Vritti’s zijn wervelingen (gedachten) veroorzaakt door beroering (daar waar je je aangetrokken of afgestoten voelt), zoals gedachten, emoties of fysieke bewegingen.
Kleśa is een Sanskriet term die "vergif" betekent. Een Klesha wordt veroorzaakt door een zielsconflict.
Patanjali benoemt 5 vergiffen of klesha
Avidya |
onwetendheid |
Asmita |
gehechtheid, ik ben het besef, zelf ingenomenheid |
Raga |
begeerte, hunkering, egoïsme |
Dvesa |
haat, vijandigheid |
Abhinivesha |
levenszin, angst voor de dood |
Filosofie van de klesha samengevat
1. Wat zijn klesha's? |
Opsomming en definities |
Hoofdstuk 2 Sloka's 3 tot 9 |
2. Hoe worden klesha's teniet gedaan? |
Algemene methoden |
Hoofdstuk 2 Sloka's 10 en 11 |
3. Waarom moeten klesha's teniet worden gedaan? |
Ze betrekken ons immers in een nimmer eindigende cyclus van geboorte en dood, en de pijn die hiermee gepaard gaat. |
Hoofdstuk 2 Sloka's 12 tot 15 |
4. Kunnen hun gevolgen – de ellende van het leven – tenietgedaan worden? |
Ja, de gevolgen die nog in de toekomst besloten liggen kunnen worden teniet gedaan. |
Hoofdstuk 2 Sloka 16 |
5. Wat is de oorzaak van deze ellende? |
Eenwording en identificatie van de kenner met het gekende. |
Hoofdstuk 2 Sloka 17 |
6. Wat is de aard van het gekende? |
Wisselwerkingen van bhutas, indriyas en gunas die ervaring en bevrijding als gevolg hebben. |
Hoofdstuk 2 Sloka 18 en 19 |
7. Wat is de aard van de kenner? |
De kenner is zuiver bewustzijn. |
Hoofdstuk 2 Sloka 20 tot 22 |
8. Waartoe zijn kenner en gekende bijeengebracht? |
Ter wille van de ontwikkeling van de krachten van pakrti en de zelfrealisatie van purusha. |
Hoofdstuk 2 Sloka 23 |
9. Hoe zijn kenner en het gekende bijeengebracht? |
Door een sluier van begoocheling, veroorzaakt door avidya. |
Hoofdstuk 2 Sloka 24 |
10. Hoe kunnen kenner en gekende gescheiden worden? |
Door de sluier van avidya teniet te doen. |
Hoofdstuk 2 Sloka 25 |
11. Hoe kan deze sluier van avidya teniet worden gedaan? |
Door viveka, dat leidt tot steeds toenemend besef van zijn eigen geaardheid. Verkregen in zeven stadia. |
Hoofdstuk 2 Sloka 26 en 27 |
12. Hoe kan men viveka ontwikkelen? |
Door beoefening van yoga |
Hoofdstuk 2 Sloka 28 |
Ashtanga Yoga
het 8-voudige pad
In het Sanskriet is "ashta + anga" ashtanga.
Ashta betekent 8
Anga betekent ledematen
Ashta betekent 8
Anga betekent ledematen
1. Yama (Principes of morele code)
Ahimsa - principe van geweldloosheid
Satya - principe van Waarachtigheid
Asteya - principe van niet-stelen
Brahmacharya - Continentie / celibaat
Aparigah - Een principe van niet-hamsterende of niet bezitterigheid
Ahimsa - principe van geweldloosheid
Satya - principe van Waarachtigheid
Asteya - principe van niet-stelen
Brahmacharya - Continentie / celibaat
Aparigah - Een principe van niet-hamsterende of niet bezitterigheid
2. Niyama (Persoonlijke Disciplines)
Shoucha - Zuiverheid
Santosh - Tevredenheid
Tapa - Uithoudingsvermogen
Swadhyaya - Zelfstudie
Eshwar Pranidhan - Toewijding
3. Asana (yogahoudingen)
Een stabiele en comfortabele houding die helpt om mentaal evenwicht te bereiken.
4. Pranayama (yoga ademhaling)
Uitbreiding en controle van de adem.
5. Pratyahara (Intrekking van zintuigen)
Een mentale voorbereiding om de kracht van de geest te vergroten.
6. Dharana (concentratie op object)
Concentratie van geest op één object en zijn veld.
Shoucha - Zuiverheid
Santosh - Tevredenheid
Tapa - Uithoudingsvermogen
Swadhyaya - Zelfstudie
Eshwar Pranidhan - Toewijding
3. Asana (yogahoudingen)
Een stabiele en comfortabele houding die helpt om mentaal evenwicht te bereiken.
4. Pranayama (yoga ademhaling)
Uitbreiding en controle van de adem.
5. Pratyahara (Intrekking van zintuigen)
Een mentale voorbereiding om de kracht van de geest te vergroten.
6. Dharana (concentratie op object)
Concentratie van geest op één object en zijn veld.
7. Dhyan (meditatie)
Met het tekenen van de geest van alle externe objecten en het focussen op één punt en erop mediteren.
8. Samadhi (verlossing)
Staat van Super gelukzaligheid, vreugde en samenvoeging van individueel bewustzijn in universeel bewustzijn. Unie tussen Jivatman (Individuele ziel) en Paramatman (kosmische ziel). Unie van Shiva en Shakti in Sahasrara Chakra (de bovenkant van het hoofd). Het realiseren van de Bramhan (puur bewustzijn) of realisatie van het Goddelijke is het ultieme doel van de menselijke geboorte.
Met het tekenen van de geest van alle externe objecten en het focussen op één punt en erop mediteren.
8. Samadhi (verlossing)
Staat van Super gelukzaligheid, vreugde en samenvoeging van individueel bewustzijn in universeel bewustzijn. Unie tussen Jivatman (Individuele ziel) en Paramatman (kosmische ziel). Unie van Shiva en Shakti in Sahasrara Chakra (de bovenkant van het hoofd). Het realiseren van de Bramhan (puur bewustzijn) of realisatie van het Goddelijke is het ultieme doel van de menselijke geboorte.
Hoe bestudeer je de Yoga Sutra’s?
Het is een veel gestelde vraag. De geschriften kunnen we op de volgende manieren bestuderen.
|
De Yoga Soetra’s werden door de Yogis van de Himalaya geaccepteerd als een van de belangrijkste boeken over het onderwerp en werden reeds vele malen becommentarieerd. Dit zijn slechts enkele vooraanstaande commentators:
- Vyasa, Vachaspati Mishra, Vijnana Bhikshu en Boja zijn van de oude garde.
- DR I.K. Taimni, Swami Satyananda Saraswati, Swami Satchitananda, Swami Kriyananda van de nieuwere garde.
|
|